Spraakontwikkeling peuter stimuleren

In de eerste jaren na de geboorte ontwikkelt je kindje zich in een razend tempo. Het lijkt wel alsof het het ene moment nog klein en weerloos in je armen ligt, terwijl je het volgende moment achter je peuter aan moet hollen in de winkel. Ook wat spraakontwikkeling betreft gebeurt er die eerste jaren veel. Nuttig om te weten hoe je dit kunt stimuleren!

Ontwikkeling spraak eerste levensjaar

Sommige ouders vinden het een beetje gek om tegen hun baby te praten. Want, wees eerlijk, waarom zou je dat doen als je kindje toch nog niet terug kan praten? Daar is een duidelijk antwoord op te geven: omdat het heel erg belangrijk is! Je baby kan dan nog wel niet zelf praten, maar wel al luisteren naar alle klanken die jij maakt. Al vanaf een maand of 5 gaat je kleine ook zelf brabbelen. Hij probeert klanken na te bootsen. Dat gaat best goed; soms lijkt het wel alsof je kind al echt aan het praten is! Alleen is het op dit moment nog onverstaanbaar gebrabbel, waarvan de ‘woorden’ ook nog geen betekenis hebben. Pas rond de eerste verjaardag begint je kind met het uitspreken van woorden mét betekenis. Vaak is dat ‘papa’ of ‘mama’, omdat dat nu eenmaal mensen zijn die hij vaak ziet en woorden die hij of zij vaak hoort. Maar net zo vaak is het een ander ‘eerste’ woordje.

Spraakontwikkeling 2-3 jaar

Grappig detail: jij kan je peuter vaak beter verstaan dan anderen. De uitspraak is meestal nog niet zo duidelijk. Daarnaast kan je kind ook andere woorden verzinnen voor dingen. Denk bijvoorbeeld aan ‘toettoet’ in plaats van ‘auto’. De eerste periode is het lastig om de medeklinkers goed uit te spreken. Wanneer je kind tussen de twee en drie jaar oud is, zal je gaan merken dat dit steeds beter gaat. Hierdoor wordt de uitspraak ook beter.

Opvallend in deze periode

Een paar interessante feitjes bij deze periode:

  • Je kindje leert het verschil tussen ik en jij. Dat is niet alleen te merken in het gedrag (‘Ik ben twee, dus ik zeg nee’), maar ook in taal. In eerste instantie noemt het kind zich vaak bij de eigen naam als het praat over zichzelf (‘Sam gaat plassen.’). Wanneer hij of zij zich bewuster wordt van zichzelf, wordt dat anders: ‘Ik ga plassen’;
  • De zinnen worden steeds langer. De eerste periode spreekt een kind vaak in losse woordjes. Wanneer je kind een jaar of twee is, verandert dit en vormt hij zinnen. Eerst van twee of drie woordjes, maar dit worden al snel langere zinnen van vier of vijf woordjes;
  • Weet je het nog, dat gezwoeg op die grammatica van vreemde talen op de middelbare school? Lekker voor je kind: de meeste grammatica van je moederstaal leer je spelenderwijs. Je zal in deze periode gaan merken dat de zinnen steeds beter gevormd worden. Ook kan je kind nu bijvoorbeeld omgaan met voorzetsels zoals op, naast en in. Waar je kind eerst zei ‘bal kast’, zegt het nu ‘bal in de kast’;
  • Verbazingwekkend wat een kind in zo’n korte tijd kan leren: je kind heeft nu al een woordenschat van 400 tot 500 woorden!

Spraakontwikkeling 3-4 jaar

Hoe ouder je kindje wordt, hoe groter de woordenschat. Ook in het jaar voordat je kind naar de basisschool mag, gebeurt er al ontzettend veel. Overigens wordt de spraakontwikkeling ook op het consultatiebureau goed bijgehouden. Lijkt er sprake te zijn van een achterstand? Dan denken ze op het bureau mee over oplossingen. Zo kan je kindje misschien een dagdeel extra naar de peuterspeelzaal. Ook een logopedist kan ondersteuning bieden.

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

jongen en meisje op straat

Opvallend in deze periode

Of het nu heel snel of heel langzaam gaat: in deze periode ontwikkelt het spraakvermogen van je kindje zich verder. Leuk om te weten:

  • Vast herkenbaar als je kindje nu deze leeftijd heeft: ‘waarom’ is het lievelingswoordje van veel kinderen op deze leeftijd. Er worden overal vragen bij gesteld, soms tot wanhoop van jou als ouder. Toch is het goed om, als je even in de gelegenheid bent, zoveel mogelijk van die vragen te beantwoorden. Je kindje leert er veel van!
  • Je kindje merkt dat taal ook gebruikt kan worden om te fantaseren. Hij of zij kan je nu fantastische verhalen vertellen. In zijn enthousiasme kan het voorkomen dat je kind over de woorden struikelt. Dit wordt pseudo-stotteren genoemd. Vaak is dit een fase, waarin de woordenschat van je kind nog niet toereikend is om alle verhalen die in z’n hoofd zitten te vertellen. Het stotteren verdwijnt in de meeste gevallen vanzelf weer;
  • Hoewel de grammatica van je moedertaal er met de paplepel wordt ingegoten, kunnen ook deze taalregels nog best lastig zijn. Dit kun je merken aan de taal van je kind. Fouten zoals ‘ik loopte’, of ‘in het kast’ worden nog veel gemaakt. Dit is een kwestie van oefenen!
  • De woordenschat is inmiddels uitgebouwd naar zo’n 600 woorden. Handig!

Zo stimuleer je de spraakontwikkeling

Natuurlijk wil je graag dat je kindje leert praten. Zo is het alleen ontzettend makkelijk wanneer hij of zij je kan vertellen wat er aan de hand is wanneer hij moet huilen. Maar oefenen is een kwestie van durven, en daarom is het heel belangrijk dat je kind zich veilig voelt om te oefenen en om fouten te maken. Je kunt een aantal dingen doen om je kindje te ondersteunen in de taalontwikkeling:

  • Met stip op nummer één: praat! Jij bent een heel belangrijk voorbeeld voor je kind, ook als het gaat om taalontwikkeling. Dit hoef je niet ingewikkelder te maken dan nodig: praat over wat je ziet, wat jullie gaan doen, of over de schooldag. Je zal merken dat je kind steeds weer nieuwe woorden leert en gaat gebruiken;
  • Ja, al die ‘waarom’-vragen en fantasieverhalen kunnen best vermoeiend zijn. Maar neem toch vooral de tijd om naar je kind te luisteren. Echt luisteren dus, en niet ondertussen afgeleid raken door je smartphone, krant of boodschappenlijstje. Aandacht geven zorgt ervoor dat je kind zelfvertrouwen krijgt en beter zal durven te (leren) praten;
  • Lees voor, lees samen en zing samen liedjes. Van al deze gezellige activiteiten leert je kind een hoop!
  • Waak ervoor dat je je kind toespreekt in kindertaal. Wanneer je zelf in niet-kloppende zinnen spreekt (‘Sam gaat bah doen?’), zal je kind hier minder van opsteken. Nee, het gesprek hoeft echt niet op academisch niveau gevoerd te worden, maar spreek op een volwassen manier;
  • Fouten maken mag! Het is prima om je kind te corrigeren als het een foutje maakt, maar je hoeft er niet continu bovenop te zitten en boos worden is helemaal niet nodig. En heeft je kind even een keer geen zin om te praten? Dan is dat ook geen probleem. Dwingen is niet nodig, het leren spreken gaat er echt niet sneller op!
Laatste reactie
0 reacties totaal
Nog geen reacties
Praat mee op het forum

Reageer op artikel:
Spraakontwikkeling peuter stimuleren
Sluiten