Dubbeltest

De dubbeltest is net zoals de tripletest een bloedafname waarbij risico wordt opgespoord van het syndroom van Down. Wordt de triple test bij 14 tot 16 weken gedaan, de dubbeltest wordt reeds bij 8 weken afgenomen zodat er nog ruim tijd is om een vervolgonderzoek te doen. De dubbeltest is net als de triple test een risico-inschatting, het geeft aan of jouw kind een hoger risico dan normaal heeft op het syndroom van Down. Als uit de test komt dat je een hoger risico hebt dan 1 op 250, dan heb je recht om vervolgonderzoek te laten doen (o.a. vruchtwaterpunctie of vlokkentest).

Door de dubbeltest en de nekplooimeting te combineren, krijg je meer zekerheid of je wel of niet een verhoogd risico hebt op een kindje met het syndroom van Down. In week 8/9 van de zwangerschap wordt de dubbeltest dan uitgevoerd en een week later wordt de nekplooimeting gedaan. Door een combinatie van beide uitslagen wordt de betrouwbaarheid van de risico-inschatting een stuk groter. Het blijft overigens wel een risico-inschatting. De gecombineerde test is de meest betrouwbare risico-inschatting die er is en dus betrouwbaarder dan de tripletest. Het nadeel van de gecombineerde test is dat hij alleen iets zegt over het risico op het syndroom van Down, dit terwijl de triple test ook het risico op neurale buisdefecten aangeeft.
 

Reageer op artikel:
Dubbeltest
Sluiten