Echografie

Bij een echografie wordt gebruikgemaakt van geluidsgolven die weerkaatsen op de verschillende weefsels in het lichaam. Botweefsel zoals de schedel is goed te zien doordat het wit oplicht. Vruchtwater en andere vloeistoffen weerkaatsen het geluid niet en worden zwart weergegeven. Alle andere weefsels hebben grijstinten. Het beeld van het ongeboren kind wordt weergegeven op een beeldscherm. Het onderzoek is pijnloos en maakt de vrucht zichtbaar zonder de gevaren van röntgenstralen.

De techniek wordt al tientallen jaren toegepast in de medische diagnostiek en in die periode is altijd wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het effect van echoscopisch onderzoek op het ongeboren kind. Tot nu toe zijn er geen negatieve invloeden ontdekt. In de praktijk wordt minder dan de helft van de aangeboren afwijkingen met behulp van echoscopisch onderzoek ontdekt. In het geval van afwijkingen aan het centraal zenuwstelsel (open ruggetje), botafwijkingen (dwerggroei), afwijkingen aan de nieren en de urinewegen en sommige hartafwijkingen is het vaak mogelijk om de diagnose voor de geboorte te stellen. Een uitgebreide echo wordt meestal bij een zwangerschapsduur van tussen de 18 en de 20 weken gedaan. De gynaecoloog smeert eerst een gel op je buik waarna de geluidsgolven optimaal waargenomen kunnen worden. Het onderzoek duurt ongeveer een uur en de uitslag wordt direct besproken.

Reageer op artikel:
Echografie
Sluiten