Reanimatie

Reanimeren is het kunstmatig overnemen van de ademhaling en de bloedsomloop, een hartmassage in combinatie met beademing.

Oorzaken van een ademstilstand kunnen zijn:

  • Vreemd voorwerp, voeding of slijm in de luchtpijp.
  • Verdrinking.
  • Ernstige luchtweginfectie.
  • Vergiftiging.
  • Insectensteek in keel.
  • Verbranding.
  • Verwonding.
  • Wiegendood.

Oorzaken van een hartstilstand kunnen zijn:

  • Aangeboren.
  • Hartafwijking.
  • Elektriciteit.
  • Zuurstofgebrek.

Wat kun je eraan doen?
Bij kinderen is er meestal eerst sprake van een ademstilstand, welke na enige minuten gevolgd wordt door een hartstilstand. Daarom moet bij kinderen altijd eerst de ademstilstand worden opgeheven, voordat tot hartmassage wordt overgegaan. Door met beademen te beginnen, krijgt het hart weer zuurstof, waardoor hartmassage soms niet meer nodig is.

Voor je gaat reanimeren eerst goed kijken of het inderdaad nodig is!

Dit doe je door:

  • Huidskleur beoordelen: kind ziet blauw of grauw wit
  • Bewustzijn controleren: kind reageert niet op praten en pijn (flink knijpen!)
  • Ademhaling controleren: voel met je hand in richting van de kin op overgang borstbuik

Ademt het kind niet, handel dan volgens de ABC regel:

  • Ademweg vrijmaken
  • Beademen
  • Circulatie herstellen

Ademweg vrijmaken:
Hoofd opzij draaien, mond openen en schoonvegen met een of twee vingers, bij voorkeur gewikkeld in een zakdoek of iets dergelijks.

Als er sprake is van een vreemd voorwerp:
leg het kind voorover op je knie, tafel of stoel, met het hoofd en armen naar beneden en duw een aantal malen krachtig tussen de schouderbladen, zodat de borst van het kind tegen de harde onderlaag wordt geduwd. Een baby kun je ook aan de voetjes optillen en ondersteboven houden met zijn borstkas tegen je onderarm en dan krachtig tussen zijn schouderbladen duwen .

Beademen:

  • Leg het kind op de grond of op schoot.
  • Leg het hoofd achterover door een hand in de nek te leggen en een hand op het voorhoofd.
  • Plaats eigen mond over neusje en mondje van het kind.
  • Mond op mond beademen mag ook: knijp dan de neus dicht tijdens het inademen en laat hem weer los tijdens het uitademen.
  • Blaas met pufjes vanuit je wangen (alsof je de rook van een sigaret uitblaast).
  • Kijk of de borstkas beweegt.
  • Tijdens het uitademen je mond even weghalen, zodat de lucht er uit kan
  • Tempo: 1 pufje om de 3 seconden.
  • Het beademen doe je 4x keer achter elkaar.

Als het beademen niet lukt:

  • Fout eerst bij jezelf zoeken, hoofd van het kind niet goed achterover.
  • Mondje controleren op braaksel, voorwerpen.
  • Kind over knie, tafel of schoot leggen en tussen schouderbladen duwen.

Circulatie herstellen:

  • Na een paar keer beademen de hartslag controleren door twee vingers op het strottehoofd te plaatsen en naar de zijkant af te glijden tot je de halsslagader voelt kloppen.
  • Als je geen hartslag voelt, dan hartmassage toepassen : leg het kind op de grond of op schoot (harde ondergrond) ondersteun nek en rug met de hand.
  • Druk bij kleine kinderen tot 2 jaar met 2 gestrekte vingers het borstbeen ongeveer 2 cm diep in tussen de tepels (loodrecht naar beneden).
  • Druk bij grotere kinderen tot 8 jaar met de muis van je hand het borstbeen ongeveer 3 cm diep in (loodrecht naar beneden).
  • Tempo: 2 massages per seconde (net zo snel als je eigen hartslag op dat moment!) na 5 hartmassages 1x beademen (hardop tellen).
  • EN VOORAL: BLIJF RUSTIG!

Opmerking
Het reanimeren moet bij voorkeur gebeuren door een hierin geoefend persoon. De techniek kan alleen na een cursus en regelmatige oefening beheerst worden.

Reageer op artikel:
Reanimatie
Sluiten