Tafelmanieren
Alle ouders willen dat hun kind zich goed gedraagt als ze in een restaurant eten of als ze op bezoek zijn bij andere mensen. Daarom is het belangrijk dat je je kind goede manieren aanleert, zoals gebruik maken van mes en vork en stil zitten tijdens het eten. Voor sommige kinderen kan dit erg lastig zijn en daarom is het belangrijk om geduldig te zijn.
Bestek
Je kind zal waarschijnlijk al een tijdje met een lepel eten. Zijn oog- en handcoördinatie wordt steeds beter en hij krijgt steeds meer controle over zijn vingers en armen. Je kunt hem nu leren hoe hij met een vork kan gaan eten. Met een vork maak je dezelfde beweging als met een lepel. Deze beweging kent je kind al. Het gaat namelijk van je bord naar je mond en weer terug naar je bord. Voor hem is het moeilijker om iets aan de vork te prikken of om iets op de vork te laten balanceren. Geef daarom iets waar hij makkelijk in kan prikken of iets wat stevig blijft liggen. Als je kind gefrustreerd raakt, kun je hem weer een lepel geven en het later nog een keer proberen. De oefenmomenten kun je rustig opbouwen. Een mes is een gevaarlijk voorwerp, waarmee je kind zich enorm kan bezeren. Het is belangrijk dat je kind bewust is van dit gevaar, voordat je hem met een mes laat oefenen. Begin met een klein, bot kindermesje en blijf altijd bij je kind als hij met een mes oefent. Zo kun je meteen ingrijpen als er iets verkeerd gaat. Als je een mes nog te eng vindt en nog liever even wacht, kun je het eten gewoon blijven voorsnijden.
Gedrag
Wanneer het op tafelmanieren aankomt, is gedrag erg belangrijk. Probeer daarom je kind enkele basis tafelmanieren aan te leren. Een belangrijk onderdeel is; voor het eten je handen wassen. Het is niet alleen netjes, maar ook hygiënisch. Leg hem uit dat het beleefd is om te wachten met eten, totdat iedereen zijn maaltijd heeft en dat het niet netjes is om tijdens het eten te gaan smakken, te schreeuwen of met zijn eten te spelen. Geef aan dat hij tijdens het eten zijn mond gesloten houdt en niet met een volle mond praat. Niet boos worden als het hem niet lukt om deze regels te volgen. Hoe ouder je kind wordt, des te beter het gaat.
Sfeer
Tijdens het eten is het belangrijk dat er een gezellige sfeer is en dat het een gezellige gebeurtenis blijft. Zorg daarom ervoor dat je kind op zijn gemak kan eten. Je kind wordt minder opstandig als je hem het idee geeft dat hij de controle heeft. Laat hem daarom beslissen hoeveel hij wil eten of laat hem een keuze maken uit de gerechten. Als hij niet wil eten of niet langer stil kan zitten, kun je hem beter van tafel laten gaan. Hij eet vanzelf weer, wanneer hij honger heeft. Als hij geen groente of fruit eet, kun je proberen hem een groente- of fruitsmoothie te geven. Dan krijgt hij toch alle vitamines binnen en het smaakt lekker.
Belonen
Je kind belonen van goed gedrag helpt meer dan hem te bestraffen van slecht gedrag. Geef je kind dus een compliment als hij netjes met zijn vork eet en niet met zijn eten speelt. Wees hierbij concreet.
